Het werk van een militair op missie bestaat vooral uit wachten; het is een zaak van toewijding, precisiewerk, samen geinen én elkaars levens redden. Verveling en doodsangst wisselen elkaar af.
Wat nog het meest blijft hangen na het zien van deze moderne oorlogsfilm: het lijkt zo verschrikkelijk nutteloos, al die verloren levens aan beide zijden. Gevoelsmatig in real time volgt Warfare een Amerikaanse Navy SEAL-eenheid die zich in 2006 toegang verschaft tot het huis van een Irakese familie. Vanuit dat pand houden ze bewegingen van de ‘vijand’ in de gaten. Die vijand kan iedereen zijn die er verdacht uitziet. Ondertussen komen de Amerikanen onder vuur te liggen.
De ijzersterke eerste scène laat zien hoe belangrijk het is dat deze groep razendsnel een broederband smeedt, ook al komen ze uit alle hoeken van de maatschappij. Filmtechnisch zit deze oorlogsthriller – die wegblijft van politiek – goed in elkaar en ook de special effects zijn in orde. Juist omdat Garland ook ruimte geeft aan de verveling die optreedt tijdens zulke missies, komt de levensechte actie extra hard aan. Hij maakt invoelbaar hoe zwaar het moet zijn om hyperalert te blijven in een levensgevaarlijke situatie waarin niets lijkt te gebeuren.
Alex Garland, maakte eerder het geslaagde Civil War (2024). Hier verfilmt hij samen met Irak-veteraan Ray Mendoza – diens herinneringen aan een missie tijdens de Irakoorlog